Kinderboekenschrijfster Lian Kandelaar (11) op de longlist voor de Jan Wolkersprijs 2017
Lian Kandelaar is 11 jaar en heeft al twee boeken op haar naam: Missie red de dieren en Azul Missie red de haai. Kort geleden werd bekend dat Lian met haar eerste boek Missie red de dieren op de longlist staat voor de Jan Wolkersrijs 2017. In beide boeken staan dieren en dierenleed centraal. Haar missie om de wereld een betere plek te maken is inspirerend en ontroerend. Weinig mensen kunnen zo bevlogen praten over hoe we dat het beste kunnen doen als Lian.
Lian volgde bij Editio de curus kinderboek schrijven bij Wilma Geldof, die meteen haar talent opmerkte. Volgend schooljaar gaat Lian naar het VWO, maar de vraag wat ze ‘wil worden’ is al bijna niet meer relevant. Hoe komt zo’n jong talent aan zoveel motivatie en ideeën om te schrijven en wat wil ze dat haar boeken bereiken?
Editio ging vlak voor de zomervakantie in gesprek met Lian en haar moeder Marjolein.
Ik krijg Lian’s moeder aan de telefoon, een opgewekte vrouw die vrolijk vertelt dat ze Lian even moet roepen omdat ze helemaal zit weggedoken in een boek. De telefoon wordt op de luidspreker gezet en een vrolijke meisjesstem groet me. Nadat we even hebben gekletst over volgend schooljaar en de groep 8-musical die er deze week aankomt, rollen we als vanzelf in het gesprek.
*
“Ik wilde wel altijd al schrijver worden, ik had alleen nooit gedacht dat ‘later’ al zo vroeg zou zijn.”
Hoe ben je begonnen met schrijven?
Lian: ‘Toen ik klein was schreef ik korte verhaaltjes. Het was nog niks serieus op dat moment – het waren een paar bladzijden met lettertype 112.
Ik vond het leuk om te schrijven, daardoor werd het steeds meer. Ik typ alles uit. Ik kan niet goed op papier schrijven omdat mijn gedachten sneller gaan dan mijn handen. In mijn hoofd ben ik al aan het einde van het verhaal, terwijl er op papier pas de eerste zin staat. Toen ik acht was deed ik daarom een typecursus. Want ik wilde schrijver worden en daarvoor moet je kunnen typen.
Moeder Marjolein: ‘En toen kon je vooral veel sneller en makkelijker een verhaal schrijven.’
Lian: ‘Meestal schreef ik verhalen waarvan ik dacht dat het een boek zou worden, maar halverwege vond ik het dan toch niet zo’n goed verhaal of ik vergat dat ik ermee begonnen was.
Ik wilde wel altijd al schrijver worden, ik had alleen nooit gedacht dat ‘later’ al zo vroeg zou zijn. Ik schreef steeds meer verhalen en zo kwamen mijn moeder en ik op het idee om er een boek van te maken. Ik ging op les bij een docent Nederlands, die me leerde over cliffhangers en hoe ik het verhaal goed op papier kon zetten. Zij leerde me ook dat ik niet altijd al mijn verhalen in de verleden tijd hoefde te zetten.
Uiteindelijk hebben we het boek opgestuurd naar KNNV Uitgeverij, omdat zij gespecialiseerd zijn in natuurboeken. Ik had tot dat moment geen idee hoe een boek werd uitgegeven. Ik dacht dat je gewoon met een stapeltje papier naar de drukker ging en dat je dan een boek liet maken. Pas toen we het opstuurden, realiseerde ik me hoe bijzonder het eigenlijk is als een boek wordt uitgegeven en dat niet iedereen dat zomaar kan doen. Het werd extra speciaal toen de uitgeverij meteen enthousiast was.’
Hoe ontstaat zo’n verhaal?
Lian: ‘Ik heb eigenlijk een beginidee zoals bij Azul: “Een haai raakt bevriend met een jongen en uiteindelijk moeten ze afscheid nemen.” Vervolgens groeit het verhaal langzaam. Het komt gewoon, dat kan overal zijn, tijdens het schrijven of als ik geen zin heb in rekenen en zit te dromen.’
Ben je een schrijver en wil je blijven schrijven?
Lian: ‘Ja! Mensen vragen vaak: “Wil je schrijver worden?” Dan zeg ik: “Dat ben ik al!” Ik wil altijd blijven schrijven en beroemd worden, maar niet té beroemd.
Moeder Marjolein: ‘Je vindt het volgens mij niet zo leuk als mensen de hele tijd dingen aan je vragen he?’
Lian: ‘Ik hoef inderdaad niet té erg in de belangstelling te staan. Ik zou echt niet zo beroemd willen zijn dat ik met een bodyguard moet lopen.’
Wat vindt je familie ervan dat je schrijft?
Moeder Marjolein: ‘Ik was verbaasd over hoe goed het eerste verhaal over de tijger was. Ze had een verhaal geschreven vanuit meerdere perspectieven. Ik vond het heel knap dat ze dat zelf had bedacht. We hadden haar aangemeld voor de cursus bij Editio. Daarbij werd ons verteld dat het belangrijk was om mee te kijken met de opdrachten. Maar ik verbaas me iedere keer: ze leest de opdracht en ze begint direct, het stroomt eruit.
Lian heeft ook nog een grote zus van 18, die heeft meegelezen met Azul en heel goed advies heeft gegeven. Soms vindt Lian het lastig om van haar grote zus verbeterpunten te krijgen, maar uiteindelijk doet ze het toch en daar is het ook beter van geworden. Haar grote broer Kenzo heeft geholpen bij de verkoop van het boek. De hele familie werkt mee!’
” Ik vind het best belangrijk, maar soms heb ik geen zin. Ik vind schrijven heel leuk, maar ik wil niet moeten schrijven.”
Hoe wordt er op school gereageerd?
Lian: ‘Ik las soms verhalen voor die ik had geschreven, maar er wisten maar drie mensen uit de klas dat ik Azul aan het schrijven was. Ik wilde het nog niet zeggen voor ik zeker wist dat het uitgegeven werd. De schoolleiding is heel betrokken. De school zelf heeft veel boeken afgenomen. De directeur roept altijd als zij langsloopt: “En Lian, hoe gaat het met je boek?” De juffen en meesters wensen me altijd succes en ik kreeg zelfs bloemen in de klas toen Missie red de dieren een prijs had gewonnen.’
Schrijf je elke dag?
Lian: ‘Ik vind het best belangrijk, maar soms heb ik geen zin. Ik vind schrijven heel leuk, maar ik wil niet moeten schrijven. Azul heb ik geschreven in de winter. Als ik thuis kwam, ging ik achter de computer zitten en dan was ik er even een paar uur mee bezig. Na het eten ging ik ‘s avonds weer achter de computer zitten en schreef ik weer verder aan mijn boek.
Als ik een verhaal in mijn hoofd heb wil ik weten hoe het afloopt. Dan wil ik helemaal in dat verhaal verdwijnen en er zo snel mogelijk mee verder.’
Schrijf je momenteel veel?
Lian: ‘Aan het einde was het schrijven van Azul heel veel werk. Er was ook een deadline vanwege de actie Haai Alarm van het WNF, waarvoor ik dit boek schreef. Nu ben ik voornamelijk aan het lezen.’
Moeder Marjolein: ‘En in de zomer is ze ook graag buiten. Ze leest nu ongeveer een boek per dag.’
“Ik heb steeds onderzoek gedaan of het wel klopte wat ik vertelde. Ik zocht alles op op internet, ik leende boeken van de bieb, want ik wilde niks zeggen wat niet waar was in mijn boek.”
Een boek per dag! Wat zijn zelf je favoriete schrijvers of boeken? Waardoor laat jij je inspireren?
Lian: ‘Ik hou heel veel van J.K. Rowling en De Noorderlicht-trilogie van Philip Pullman.
Daarnaast lees ik ook informatieve boeken zoals Wij waren hier eerst van van Joukje Akveld. Dat is een heel mooi boek, het gaat over Dieren in Zuid-Afrika die botsen met mensen en over het redden van dieren. Ode aan de Wildernis is een heel mooi boek en uitgegeven bij KNNV. Door dat boek hebben we een mail gestuurd naar deze uitgeverij, maar uiteindelijk vind ik Fantasyboeken het leukst, omdat je er helemaal in kunt verdwijnen.
De omgang met dieren staat centraal in je boeken, hoe is dit zo gekomen?
Lian: ‘Ik vond dieren altijd al leuk. Ik was al drie jaar lid van de rangerclub van het WNF toen ik mijn eerste boek schreef. Ik hoorde ook een paar jaar achter elkaar bij de zes beste rangers van Nederland. Dat was een motivatie om meer te gaan doen voor dieren.
Ik zag een documentaire over haaien en ze sneden de vinnen eraf terwijl ze nog leefde, ik vond het zo gruwelijk. Het was zo naar, ik werd er misselijk van. Ik heb mijn ogen en oren dicht gedaan. De WNF-actie dit jaar ging over haaien, dus ik besloot het boek daarvoor te schrijven. Ik heb steeds onderzoek gedaan of het wel klopte wat ik vertelde. Ik zocht alles op op internet, ik leende boeken van de bieb, want ik wilde niks zeggen wat niet waar was in mijn boek.
Dat boek werd Azul Missie red de haaien.’
“Na het eerste boek had ze ook even geen zin meer in schrijven, maar toen ging ze de cursus doen bij Wilma Geldof en toen kwam de zin weer terug.”
Je hebt een cursus kinderboek schrijven bij Editio gevolgd? Wat heb je daarvan geleerd?
Lian: ‘Ik had het gevoel dat ik de mensen in de groep echt leerde kennen, ook al hadden we elkaar nog nooit gezien. De opdrachten waren heel leuk en ik vond het nuttig om feedback te krijgen van mensen die er van een afstand naar keken. Ik kan het hele plaatje zien als ik een verhaal schrijf. Ik moet leren dat het verhaal in mijn hoofd niet altijd duidelijk is voor de lezer.
Dit en show don’t tell, waren de belangrijkste lessen die ik heb geleerd tijdens de cursus.’
Moeder Marjolein: ‘Na het eerste boek had ze ook even geen zin meer in schrijven, maar toen ging ze de cursus doen bij Wilma Geldof en toen kwam de zin weer terug.’
Heeft de cursus iets voor een van je boeken opgeleverd?
Lian: ‘Ik ben begonnen aan Azul tijdens de cursus van Editio, bij sommige opdrachten gebruikte ik stukjes van Azul.’
Moeder Marjolein: ‘In het tweede boek werd het perspectief veel beter. Wilma had gezegd: “Let op uit wiens oogpunt je het verhaal schrijft.” Voorheen schreef Lian alles vanuit de alwetende verteller. Wilma raadde aan het boek vanuit het oogpunt van de hoofdpersoon te schrijven. Toen heeft ze een heel stuk moeten terugwerken, het was veel werk, maar het is er echt beter van geworden.’
“Mensen denken: “Eén kommetje haaienvinnensoep maakt toch niet uit?” Maar juist die dingen maken dus juist wel uit!”
Heb je een missie met je boeken?
Lian: ‘Ik hoop iets te kunnen doen, de wereld een stukje mooier en beter te maken. Ik probeer ook anderen te inspireren. Ik probeer iedereen te vertellen dat het niet uitmaakt hoe oud je bent of waar je vandaan komt: je moet opstaan. Je moet iets doen. Iedereen kan de wereld mooier maken.
Als mijn boek mensen inspireert en zorgt dat mensen echt iets gaan doen, zou ik heel gelukkig zijn. Het zoontje van de uitgever (5) wilde eerst boer worden en die wil nu ook dieren redden omdat hij mijn boek heeft gelezen. Dat vond ik zo gaaf om te horen!’
Wat kunnen wij bijvoorbeeld doen?
Lian: ‘Je zou eens kunnen beginnen met vijf minuten te douchen per dag, niet meer.
Ik maak me kwaad over mensen die hun gedrag niet veranderen, ook al weten ze dat dat niet goed is. Mensen denken: “Eén kommetje haaienvinnensoep maakt toch niet uit?” Maar juist die dingen maken dus juist wel uit!
Ik zamel ook geld in voor het WNF, ik heb het geld dat mijn boeken opbrengen niet nodig omdat ik nog bij mijn ouders woon. Zo kan ik tenminste wat goeds doen met de opbrengst van mijn boeken.’
Nu sta je op de longlist voor de Jan Wolkersprijs 2017, hoe voelt dat?
Lian: ‘Supergaaf! Ik had geen idee dat ik op de longlist stond. Ik had zelfs nog nooit van de prijs gehoord.Toen mijn moeder het me vertelde, heb ik verduft staan kijken, zo van: wat? Ik kon het niet geloven. Op de computer checkten we of het echt zo was. Het was echt waar! Van een heel dik boek dat ook op de longlist staat heb ik de achterkant gelezen, over dierenethiek en filosofie, ik begreep er niks van. En dan sta ik daar als enig kinderboek tussen, dat is wel heel cool.’
Moeder Marjolein: ‘Het is ook wel heel bijzonder dat dit een volwassen jury is. Met Missie red de dieren won Lian ook de Hotze de Roosprijs en dat was een kinderjury. Met die prijs heeft ze € 750,- euro gewonnen. Daarvan zijn we nog aan het bedenken wat Lian ermee gaat doen, misschien nog wel een schrijfcursus!’
Wat wil je nog graag leren?
Lian: ‘Van alles! Ik wil vooral graag lange verhalen leren schrijven. En ik wil weten hoe je een langer verhaal spannend houdt. Dat vind ik nog moeilijk. Ik kan wel cliffhangers bedenken, maar als ik schrijf laat ik vaak heel snel dingen gebeuren en dan eindigt het ook snel weer.’
Op 9 september om 14.00u is de boekpresentatie van Missie red de haai in Boekhandel Blokker in Heemstede. Wereld Natuurfonds en Save Our Sharks zullen aanwezig zijn en informatie over haaien te geven. In september wordt bekend welke boeken er op de shortlist staan voor de Jan Wolkersprijs 2017. In oktober zal de winnaar bekend worden gemaakt.