Tamara Baars: Rouwen & Schrijven DEEL II
Tamara Baars won dit jaar de publieksprijs van de Editio Debutantenschrijfwedstrijd met haar non-fictie verhaal Er is iets ergs gebeurd. Ze won daarmee onder meer een schrijfopleiding bij Editio. Momenteel is Tamara bezig aan haar eerste manuscript. Rouwen & Schrijven is een serie van 3 blogs over hoe je schrijft met tissues naast het toetsenbord en een loodzwaar verdriet.
Rouwen & Schrijven
Mijn man had het al vaker gezegd: ‘Regel een paar dagen weg voor jezelf, om te schrijven.’ Maar dat leek me zo overdreven. Waarom zou ik als amateur ergens in een hutje op de hei de schrijver gaan uithangen? En moest ik dat wel willen, mezelf langdurig onderdompelen in de harde pijn die de dood van Koen veroorzaakt had? Zou het me niet teruggooien naar een fase die ik al met moeite bedwongen had?
“Nou en? Wil ik dat boek schrijven, ja of nee?
De laatste zet kwam van een collega, met een eenvoudige aansporing:
‘Doe het nou gewoon.’”
Maar het onvermijdelijke inzicht drong zich aan me op: ik verzon smoesjes en hield mezelf nodeloos klein. Ja, ik ben een amateurschrijver. Nou en? Wil ik dat boek schrijven, ja of nee? De laatste zet kwam van een collega, met een eenvoudige aansporing: ‘Doe het nou gewoon.’
Al vrij snel wist ik waar ik naartoe wilde. Een goede bekende van me was onlangs een Bed & Breakfast begonnen in het landelijke Terwolde. Dat leek me een uitstekende plek. Niet helemaal in den vreemde, maar toch een half uurtje rijden van huis. Een drempel om niet bij de eerste tekenen van een writer’s block met piepende banden terug naar huis te scheuren.
En zo kwam het dat ik afgelopen februari met een riant gevulde boodschappentas -zodat ik ook voor eten en drinken mijn schrijfhol niet niet hoefde te verlaten- richting B&B vertrok. In een andere tas zaten mijn laptop, aantekeningen, dagboeken, het leesrapport van mijn schrijfcoach, boeken over rouw en ander materiaal waar ik niet om verlegen wilde zitten. Een derde tas bevatte kleding en toiletspullen. Alsof ik niet twee dagen maar twee weken zou weggaan.
“De titelpagina keek me wegens verwaarlozing verwijtend aan.
Waar moest ik beginnen?”
De gastvrouw onthaalde me allervriendelijkst, vertelde me de wifi-code en liet me vlot alleen, wetende waarvoor ik kwam. Ik zette het bier en andere vitamines in de koelkast, legde de chips binnen handbereik en inspecteerde de sfeervolle bovenverdieping van de voormalige boerderij waarin de B&B gesitueerd was. Daarna zette ik mijn laptop op tafel, legde zakdoekjes ernaast en besloot toch nog even mijn joggingbroek aan te trekken. Toen kon ik het niet langer uitstellen.
“De teller schoot in twee dagen van tweeënveertigduizend naar zevenendertigduizend woorden.
Deed ik daar nou wel goed aan?”
De computer loeide alsof er een helikopter opsteeg. Het oude besje zou toch niet uitgerekend dit weekend de geest geven? Een tikje nerveus klikte ik eindelijk op ‘manuscript’. De titelpagina keek me wegens verwaarlozing verwijtend aan. Waar moest ik beginnen? Ik besloot te starten met de adviezen uit het leesrapport van de schrijfcoach.
Sommige delen van de tekst vond ik bij nader inzien bar slecht geschreven. Zo dramatisch, dat zelfs ik dacht: nu weten we wel hoe erg het is, dat dooie broertje. Links onderin beeld zag ik het aantal woorden omlaag suizen. De teller schoot in twee dagen van tweeënveertigduizend naar zevenendertigduizend woorden. Deed ik daar nou wel goed aan?
De enige momenten dat ik mijn manuscript niet fysiek bespeelde, was tijdens de drie dagelijkse maaltijden. Met het bord op schoot keek ik maximaal een halfuur Netflix. Ik verbaasde me over mijn eigen discipline. En hoewel ik soms een traantje, maar zeker geen watervallen, van mijn wang moest vegen, kregen stijl en zinsbouw met gemak mijn volle aandacht. Los van de ellendige inhoud.
“Koens verhaal moet verteld worden.”
Toch fluisterde de twijfel ook irritant in mijn oor. Wil ik dit hele verhaal echt wereldkundig gaan maken? Met al die persoonlijke details, over Koen, over mij, over ons gezin? Wilde ik mezelf zo kwetsbaar opstellen? Met waterige ogen herlas ik het hoofdstuk over de dag dat mijn leven werd ingedeeld in een ‘voor Koen’ en ‘na Koen’. Ik herlas ook zijn afscheidsbrief die eindigde met: ‘Graag had ik nog meer tijd met jullie doorgebracht.’ En mijn trouwe hart overtuigde me: Koens verhaal moet verteld worden.
Benieuwd geworden naar Tamara’s uitgave in eigen beheer? Hou ons online magazine of Facebookpagina in de gaten. Volgende week is DEEL III van Rouwen & Schrijven hier te lezen. Lees ook Rouwen & Schrijven DEEL I.