Publiceren in een literair tijdschrift, zo doe je dat! Met Patrick Bassant @ Lage Landen Schrijfweek
Patrick Bassant studeerde Nederlands in Amsterdam en Leuven. Hij is op dit moment kernredacteur van het Vlaamse literaire tijdschrift DW B, waarin hij in 2000 debuteerde met een verhaal. Hij publiceerde ondertussen ook in De Gids, De Revisor, Tirade en nY en was redacteur van De Reactor. Zijn debuutroman Joy verscheen in 2012 en werd genomineerd voor de Bronzen Uil 2013.
In zijn workshop op de Lage Landen Schrijfweek leert hij je alles wat je weten moet om je werk in een literair tijdschrift gepubliceerd te krijgen. En voor wie er niet bij kan zijn, zijn tips hier in het magazine zijn alvast goud waard.
Wat heb je in petto voor de workshop op de Schrijfweek?
Ik ga een workshop geven met de insteek om een verhaal à la DW B te schrijven. We zullen dan eerst uit moeten zien te vinden wat dat inhoudt, en liever dan dat te beschrijven, wil ik dat de cursisten laten proeven.
Voor literatuur is een flinke dosis taalgevoel nodig, zowel om het te lezen (of er van te genieten) als om het te schijven. Je moet een beetje aanvoelen wat je wel en wat je niet kan of hoeft te vertellen, en hoe je dat doet. Hoe je je informatie doseert, hoe je dialoog inzet en al die andere facetten van het schrijven van een tekst in kan zetten om je doel te bereiken.’
‘Ik zou willen zeggen dat het geen exacte wetenschap is, het schrijven van verhalen, maar dat is toch een romantisch cliché. Als je je voorbeelden analyseert en veel oefent, de klassieke imitatio dus – leren door na te volgen – dan kom je echt een eind. Als casus voor deze workshop nemen we het tijdschrift DW B, dat een bepaalde smaak heeft – je zou het wat experimenteel, vrijzinnig kunnen noemen. Voor de verhalen in ons tijdschrift zijn kop en staart minder belangrijk dan beeldend taalgebruik, frisse beelden, poëtische suggestie en wat eigenwijsheid.’
‘Er is geen handleiding voor het publiceren in literaire tijdschriften, maar je kan het wel proeven. Als voorbereiding van de workshop lezen de deelnemers een selectie van een drietal teksten uit DW B. We bespreken deze kort om te zien wat ons opvalt. Deze opvallendheden, die op alle vlakken kunnen liggen, gaan ons inspireren. We laten ze als een bijenzwerm om ons hoofd zoemen tijdens het werk. Bijvoorbeeld door ze in een woordenwolk te laten zien, zodat je tijdens het schrijven steeds even terug kan keren naar die thema’s, motieven en andere aspecten.’
Wat zijn dingen waar je op moet letten als je wil publiceren in een literair tijdschrift?
In het literaire tijdschrift DW B houden we erg van debutanten. Tijdschriften vinden het een sport om zo vroeg mogelijk talenten te spotten en later te kunnen zeggen: wij hebben die grote schrijver ontdekt en als eerste gepubliceerd. Denk dus niet dat een tijdschrift niet op je zit te wachten, ze zijn permanent nieuwsgierig. Maar er wordt heel veel ingezonden, dus hoe val je op in die stroom? Dit zijn mijn tips!
Stuur geen heel pak tekst
‘Maak zelf een selectie van hooguit twee verhalen of zes gedichten. Kwestie van zelfvertrouwen uitstralen.’
Verdiep je in een tijdschrift
‘Wat is de stijl van het blad? Publiceren er schrijvers in die je zelf waardeert? Dan is de kans groter dat de redactie jouw verhaal zal publiceren. En andersom ook: stuur geen traditionele poëzie of bakvisproza naar DW B; dat is voor iedereen tijdsverspilling.
Een tijdschrift is geen tekstbureau
‘Verwacht geen uitgebreide beoordeling van je tekst of een argumentatie waarom het niet past. Soms krijg je dat wel, zeker als er in de redactie over je tekst is gediscussieerd, dan kan je er je voordeel mee doen. DW B hanteert bijvoorbeeld ‘de aanmoedigende nee’, dat is: we plaatsen dit niet, maar herkennen wel talent. Stuur nog eens wat op.’
Heb geduld.
‘Als een tijdschrift om meer kopij vraagt, hoef je daar niet de volgende dag op te reageren. Neem je tijd om nieuw werk te schijven, liever dan oud werk uit de la te vissen. Ook als je werk geweigerd wordt: probeer het een jaar later nog eens.’
Schrijf je met een publiek voor ogen?
‘Dat is essentieel als je de hoeveelheid informatie over een tekst verdeelt. Je moet continu inschatten of je de lezer niet te veel laat zweven, of hem niet onderschat. Blijft je tekst begrijpelijk? Of wil je juist dat een lezer Wikipedia erbij haalt om dingen te controleren? Kun je de lezer verleiden zelf verder op zoek te gaan, als je bijvoorbeeld over een kunstenaar schrijft? Daar zal je altijd tussen moeten schipperen.’
Je schreef zowel een roman als korte verhalen. Wat is in jouw ogen het verschil tussen een roman en een kort verhaal?
‘Het prozaïsch antwoord: uithoudingsvermogen! Een roman kost mij zo zes tot acht jaren, dat sloopt je. Je moet wel wat te vertellen hebben in die pagina’s en je moet tientallen ballen hooghouden. Een kort verhaal is simpelweg overzichtelijker en beperkter.
Het poëtische antwoord: de spanningsboog van een verhaal is korter. Dat geeft je de mogelijkheid om wat meer uit te kunnen proberen, wat meer te freestylen. Als de lezer niet volgt, kan hij of zij altijd even terug zoeken. In een roman is dat veel storender.’
Heb je ‘schrijfregels’ wanneer je schrijft?
‘Alles staat of valt met concentratie, de mogelijkheid en de tijd hebben om echt diep na te denken over wat je wil schrijven. De tijd nemen om een dialoog helemaal uit te werken, of research te doen, of ogenschijnlijk je tijd te verlummelen op youtube. Ik zorg dat ik niet gestoord wordt door telefoon, werk of kinderen. Alleen dan kom ik verder. In dat soort momenten zijn volgende stappen in je tekst opeens glashelder en vanzelfsprekend, terwijl je daarvoor geen idee had hoe je je hoofdpersoon een bepaalde kant op gemanoeuvreerd krijgt.’
Wie zijn jouw literaire helden?
‘Peter Verhelst, J.G. Ballard, Atte Jongstra, Jeanette Winterson, Ivo Michiels, de vroege Thomas Roseboom, George Orwell, Louis Paul Boon, Alan Moore, to name but a few…’
Het is helaas niet meer mogelijk om je aan te melden voor de Lage Landen Schrijfweek.