Ivo Victoria: “Eigenlijk kun je zeggen dat ik pas schrijver was en wilde worden nadat ik die roman had voltooid.”
Ivo Victoria debuteerde in 2009 met Hoe ik nimmer de Ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen won (en dat het me spijt). Ivo schrijft columns en verhalen voor diverse tijdschriften en kranten. Daarnaast is hij vaste columnist op Radio 2, en Weekschrijver voor VPRO’s Nooit Meer Slapen. Ook is hij vaak op een literair podium te bewonderen als performer, interviewer of presentator. Zo ook voor ons Debutantenbal, daar zal hij samen met Elfie Tromp de presentatie op zich nemen.
*
Hoe was de weg naar je debuut?
Mijn debuut is mij enigszins overvallen en daarom zeker geen schoolvoorbeeld van hoe het meestal gaat. Een kort verhaal van zes pagina’s, het allereerste verhaal dat ik überhaupt schreef, belandde bij literair agent Paul Sebes. Die wilde meteen met me samenwerken. We spraken over de mogelijkheid dat dit verhaal een roman zou kunnen worden. En voor ik het wist had hij de belangstelling van zes uitgeverijen, en tekende ik een contract… Daarna moest ik ‘alleen’ het boek nog even schrijven. Dat werd Hoe ik nimmer de Ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen won (en dat het me spijt) dat in 2009 verscheen bij Ambo Anthos. Pas tijdens het schrijven van die roman heb ik het schrijven van fictie voor mezelf ontdekt. Eigenlijk kun je zeggen dat ik pas schrijver was en wilde worden nadat ik die roman had voltooid.
“Als je opvalt in wedstrijden, tijdschriften, via optredens, of op online blogs, zullen de uitgeverijen je vanzelf wel weten te vinden.”
Wat zijn jouw tips voor mensen die willen debuteren?
Niet hopen op literaire agenten die je een contract bezorgen op basis van zes pagina’s, alleszins. Veel schrijven, veel lezen, en veel laten lezen. In dat laatste geval: houd nooit rekening met het waardeoordeel van de lezer, maar vraag de lezer wat hij/zij gelezen heeft – daar heb je veel meer aan. Doe mee aan wedstrijden, stuur kopij naar literaire tijdschriften. Stuur geen manuscripten naar uitgeverijen. Dat klinkt misschien gek, maar de slush pile is te groot en het duurt gewoon te lang, áls ze je manuscript al met aandacht lezen. Als je opvalt in wedstrijden, tijdschriften, via optredens, of op online blogs, zullen de uitgeverijen je vanzelf wel weten te vinden. En begin niet meteen met een roman, zoals ik, maar schrijf heel veel korte verhalen. Vroeg of laat zal die roman zich dan vanzelf aandienen.
De onbevangenheid waarmee ik mijn debuut schreef, heb ik nooit meer teruggevonden.
Wat is je tip voor mensen die aan een tweede roman bezig zijn?
De belangrijkste valstrik is dat je jezelf nu bewust bent van wat je doet. Plotseling zit de lezer over je schouder mee te kijken. Dat is jammer. De onbevangenheid waarmee ik mijn debuut schreef, heb ik nooit meer teruggevonden. Er komt wel iets anders voor in de plaats: ervaring, een vorm van vakmanschap.
“Wie gehaast de makkelijkste weg kiest, zijn we meestal snel vergeten.”
Ik heb er na mijn debuut zeer bewust voor gekozen om een totaal ander boek te schrijven, ik wilde kijken waartoe ik in staat was, wat er allemaal mogelijk was binnen dat wonderlijke universum van het schrijven, dat ik nog nauwelijks kende. Al te vaak lees je tweede boeken die een doorslag zijn van het eerste. Uitgeverijen hebben ook de neiging een succesvolle debutant te pushen om snel met een tweede boek te komen, bang als ze zijn dat de lezer hen zal vergeten. Maar het eerste boek is in veel gevallen het resultaat van jaren en jaren bewust en onbewust uitproberen. Je schrijft verhalen, stukjes, zinnetjes, je probeert van alles. Uiteindelijk is dat eerste boek een soort van ‘best of’ van alles wat je in de jaren voordien hebt geprobeerd. Het is vrijwel onmogelijk om dit proces te herhalen in twee jaar tijd. Dus: realiseer je goed dat een carrière als auteur een leven lang kan duren – als je zorgvuldige keuzes maakt. Wie gehaast de makkelijkste weg kiest, zijn we meestal snel vergeten.
Hoe hou je jezelf aan het schrijven?
Door het elke dag te doen, ook als je niet aan een boek of iets concreet werkt. Hoe langer je niet schrijft, hoe moeilijker het is om er weer aan te beginnen.
Elke dag minstens een uurtje schrijven en elke dag minstens een uurtje lezen.