Je wilt een sterk, uniek en geloofwaardig verhaal over een monster schrijven. Hiervoor moet je de wereld, je hoofdpersoon en het monster eerst leren kennen. In drie stappen schets jij je eigen monster, dat al bijna uit de pagina wil klimmen.

Leer je monster kennen

Om dit te doen moet je eerst de volgende zaken op een rij krijgen. Waar is het monster? Wie ziet het monster? Hoe voelt dit personage zich bij het monster? Dus: is het een klassiek monster in de kast, of drinkt hij ergens biertje aan de bar, misschien wel in vermomming. Misschien verschijnt het af en toe, misschien is het er altijd. Die laatste is een belangrijke: is het personage dat het monster ziet meteen doodsbang, slechts geïrriteerd, of worden ze misschien zelfs vrienden. Deze elementen zijn meteen zeer bepalend voor je plot.

In welke wereld leven we?

Zijn er in jouw wereld heel veel monsters, of is het de gewone wereld met één heel persoonlijk monster? Wordt de wereld bedreigd door monsters of leven ze gezellig tussen ons in?

Wat voor monster is het?

Vraag je af waarom dit monster er is en verschijnt aan je personage. Er is altijd een reden nodig in je verhaal waarom je dit specifieke monster aan een specifiek personage koppelt.

Een goed voorbeeld hiervan is: The Babadook. The Babadook verschijnt bij een moeder en haar zoon nadat haar man is overleden. Ze probeert The Babadook te negeren, maar daardoor wordt hij groter en dreigender. Wanneer ze met hem om leert gaan, houdt ze hem in toom. Dit is de metafoor voor het verdriet over haar man. Ze moet ermee leven en het ‘een plek’ geven, net als het monster.

Begin eerst met  goed uit te pluizen wat het conflict is van je hoofdpersoon. Hoe ziet zijn leven eruit, wat zijn zijn problemen? Dit conflict kun je vervolgens integreren in je monster. Je kunt je afvragen op een meer metaforisch niveau: waar staat dit monster voor in het leven van je hoofdpersoon?