Schrijfopdracht: En wat zeg je dan?
Hoe moeilijk kan het zijn? We horen en nemen iedere dag deel aan dialogen. We praten met elkaar, we luisteren, schreeuwen en jammeren naar elkaar, maken grappen en vertellen verhalen. Maar als je personages op papier met elkaar wil laten praten, loop je ineens vast. Het klinkt gekunsteld, vreemd of plat. De reden is simpel. Die leuke, grappige en ontroerende dialogen uit het echte leven werken niet automatisch geweldig op papier. Dialogen zul je moeten stileren, maar hoe doe je dat? Hier zijn wat eerste stappen die je op weg helpen naar die stilering.
- Bedenk een personage. Dat kan iemand zijn uit je manuscript, kortverhaal, of eentje die je nog niet kent. Bedenk bij dit personage een vocabulaire. We noemen dit ook wel idiolect. Dit is het taalgebruik dat typerend is voor een personage. Het onderscheidt hem of haar van de personages die dezelfde taal spreken. Dit personage gebruikt bijvoorbeeld bepaalde stopwoordjes en zinsconstructies. Misschien maakt hij wel geen enkele zin af, of gebruikt hij juist enorm lange zinnen.
- Denk aan de achtergrond en levensstijl van je personage. Houd rekening met zijn/haar karakter, hoe hij/zij wil overkomen op de lezer
- Bedenk tegen wie het personage praat. Wellicht praat deze anders tegen zijn uroloog dan tegen de dame van de bloemenstal op de hoek.
- Bedenk voor je personage een woord of een lijst van meerdere woorden die bij hem of haar passen. Die helpt je om het idiolect van je personage concreet te maken en uit te breiden.
- En dan het antwoord op de vraag waarom levendige dialogen die we in het dagelijks leven horen soms zo onwennig of zelfs saai zijn op papier. De spanning in een dialoog zit onder andere in dat wat niet gezegd wordt: de subtext. Het kan informatie zijn die tussen de regels door te lezen is. In dat soort informatie kan heel veel spanning zitten. Vooral als de lezer meer weet dan de personages. Dit noemen we informatievoorsprong bij de lezer. Deze lagen aanbrengen in je dialoog kunnen er voor zorgen dat je dialoog spannender en dus minder saai wordt. Alles alles duidelijk is en uitgesproken wordt, blijft er namelijk weinig spanning over.
Goed, en nu jij!