Leestip: Een meisje is maar half af van Eimear McBride
In deze rubriek vragen we lezers, schrijvers en redacteuren naar het laatste boek dat ze hebben gelezen en wat je er als schrijver van kunt leren. Deze week: Editio-oprichtster Marlies Bonnike. Zij las Een meisje is maar half af van Eimear McBride.
Onconventioneel. Dat is wel het minste wat je kunt zeggen van A girl is a half formed thing, in de vertaling getiteld Een meisje is maar half af, van Eimear McBride. Het duurde dan ook enige tijd voor de schrijfster een uitgever vond voor haar werk, maar de lovende recensies en nominaties voor literatuurprijzen bleven niet lang uit.
Wat er dan zo bijzonder aan is? McBride heeft ervoor gekozen om het verhaal van de vrouwelijker ik-verteller en haar broer te vertellen in de vorm van een stream-of-conciousness, zoals we het ook kennen van schrijvers als James Joyce en Samuel Beckett. Dit betekent een lange, schijnbaar onsamenhangende gedachtenstroom, geen leestekens waar je ze zou verwachten en wél leestekens waar ze niet lijken te horen.
Het hoofdpersonage is slachtoffer van seksueel misbruik en haar broer heeft een tumor. De verwarrende schrijfstijl benadrukt de wanhoop van de uitzichtloze situatie en bezorgt de lezer een onbehaaglijk gevoel.
Marlies zegt over dit boek:
Als het Engels niet je moedertaal is, vormt het lezen van A girl is a half formed thing een heuse uitdaging. Ik koos voor de Nederlandse vertaling door Gerda Baardman. Dit boek breekt met alles wat je op school en in schrijfopleidingen krijgt aangeleerd wat betreft grammatica en interpunctie. Het leert je dat literatuur niet altijd aan de doorsnee verwachtingen hoeft te voldoen. Dat je als schrijver de regels ook mag breken.
Houd je wel van een literaire uitdaging? Dan moet Een meisje is maar half af zeker op je leeslijst.