Hoe schrijf je een goede dialoog?
Het componeren van een goede dialoog is een van de moeilijkste onderdelen van het schrijven. Gerard Reve zei al: ‘Men beseft onvoldoende dat een werkelijk plaats gevonden hebbende dialoog zo goed als nooit bruikbaar is.’
De Editio tutors geven tips voor het schrijven van een sterke dialoog.
Anja Sicking (tutor fictie):
‘Ik vind een dialoog pas interessant wanneer er sub-tekst is. De personages zeggen iets anders tegen elkaar dan ze bedoelen. Zo ontstaat er een tekst die niet eendimensionaal is, maar gelaagd.’
Manon Uphoff (tutor fictie):
‘Denk niet dat je precies moet opschrijven wat mensen zeggen om een levensechte dialoog op te roepen. Voeg samen. Kies een kernwoord, een kernzinnetje waarmee je het aandeel van je personage in het gesprek krachtig weergeeft.’
Marcel Möring (tutor fictie):
‘Een goede dialoog is er een die je kunt acteren.’
“Hardop lezen. Desnoods met een stemmetje.”
Rob van Essen (tutor fictie):
‘Een goede dialoog herken je aan het feit dat je onder het lezen niet denkt: dit is door iemand geschreven. En aan het feit dat je je onder het lezen niet verveelt. Een goede dialoog past bij de personages die hem uitspreken. En in een goede dialoog wordt niets uitgelegd dat de personages zelf al weten.’
Thomas Verbogt (tutor fictie):
‘Leer eerst de personages heel goed kennen. Neem een karaktertrek, en laat ze van daaruit praten.’
Victor Schiferli (tutor fictie en poëzie):
‘Hardop lezen. Desnoods met een stemmetje. Je inleven in hoe iemand praat. Veel empathie dus. Stel je voor dat je diegene bent: wat zeg je dan. En beperk dialoog tot het noodzakelijke, zodat het tot de lezer kan doordringen wat voor effect de dialoog op de personages heeft.’