Fragment: Het experiment

Inne Raeymakers

Van jongs af zijn de levens van Karo en Stella verweven. Ze delen een passie voor boeken. Hun nieuwste studieonderwerp wordt voor protagoniste Karo opeens persoonlijk.

De banden trokken een spoor door het gras. Ondanks de rode wijn die Silke veelvuldig had geschonken reed Karo even voorbij de dorpskern probleemloos Stella’s voortuin in. Het huis leek uit een rij geknipt, om daarna in een grote tuin te belanden. Aan de linkerkant gaf de voordeur uit op een lange smalle gang die leidde naar de achtertuin. Door de twee ramen ernaast projecteerde de zon op heldere avonden een strook licht, die langs de muur omlaag gleed op de planken vloer van het atelier. Karo wachtte een moment op het aarden pad. De dag had plaatsgemaakt voor het timbre van de nacht; wind streek langs honderden jonge bladeren tegelijk, klappende vleugels van een nachtvogel kwamen los uit een boom. Uit het huis kwam geluid noch licht. Het ijzeren koord van de luide oude bel had Stella vastgemaakt aan een haak in de muur. Haar deur was altijd los.
…..Op de ezel stond een leeg canvas. In de boekenkast staken enkele boeken vooruit. Doorgaans selecteerden ze vijf titels die het thema belichtten waarin ze zich verdiepten, een toewijding die hun vriendschap tastbaar maakte. Iedere laag die ze van het onderwerp afpelden onthulde nieuwe informatie. Ze gingen door tot ze beiden een mening overhielden, die ze met plezier ook lieten botsen, of tot ze tot de conclusie kwamen dat ze er nooit een mening over zouden vormen en het lieten rusten. Het kiezen van een nieuw thema en de boeken die ze daarbij zouden gebruiken vond Karo het opwindendste onderdeel. Als een kind in een speelgoedwinkel trok ze alle titels die haar interessant leken uit het rek.
…..Ze rolde de schuifdeur tussen het atelier en de keuken open. Ook hier huisde verlatenheid.
…..‘Ik ben er, het licht mag weer aan!’
…..‘Het flikkerde zo fel. Ik heb alles uitgedaan.’ Vanuit de schommelbank op het terras keek Stella dromerig de hemel in.
…..’Heb je al een elektricien gebeld?‘ Karo kuste haar innig op de wang.
…..Stella keek vragend.
…..‘Het licht?’
…..‘Schenk je iets lekker in?’ vroeg Stella, en wuifde de vraag weg.
…..Karo koos anijslikeur en voegde met ijsblokjes koelte toe. Boven het terras kronkelden druivelaars. Karo zette zich in een rieten omhulsel en liet zich wiegen. Hier werd ze rustig. Altijd. Alsof ze zichzelf hieraan herinnerde zei ze het hardop. ‘Rust.’
…..‘Wat zei je?’ vroeg Stella. ‘Een nieuwe invalshoek voor ons thema? Hoe kwamen we er bij om liefde te nemen! We zijn er de rest van het jaar mee zoet.’ Ze nipte van haar glas en ritste een rood etui open. ‘Hebben we niet meer afbakening nodig?’
…..‘Je hebt gelijk,’ zei Karo, ‘we kunnen ons leven ermee vullen, en terecht, het leven is liefde. Maar wat we zoeken zit niet verstopt in een boekenrek.’ Ze stond recht en liep over het terras, haar handen leunden in haar zakken. ‘Daarom,’ zei ze, en hief daarbij theatraal een arm omhoog, ‘heb ik beslist om actie te ondernemen.’ Het woord actie had ze onderstreept door haar arm als een dirigent weer te laten zakken. ‘Ik heb het gehad met abstracte theorieën. Ik wil voelen.’
…..Stella fronste haar wenkbrauwen, de denkrimpel boven haar neus zette zich dieper in haar gelaat.
…..‘Ik heb een experiment uitgevoerd,’ vervolgde Karo, ‘eigenlijk zijn het er twee. Liefde is er. Altijd. Het is omnipresent. Of het potentieel is er altijd en het hangt als een onzichtbare waas om ons heen. Maar het volstaat niet dat ik dit denk te weten. Ik wil het ervaren, zie je?’
…..Stella tuitte haar lippen alsof ze een flauwe kus verwachtte.
…..’Gisteravond maakte ik eten klaar. Voor mij lag een tomaat op een snijplank.’
…..‘Ik weet niet of dit spul sterk genoeg is,’ onderbrak Stella. Ze likte aan een tabaksvloeitje en rolde het dicht.
…..‘Perfecte rondingen, een gladde huid en een vurige kleur. De tomaat gaf mij geen bijzonder gevoel. Vervolgens voerde ik een handeling uit. Ik dacht, vergeet het experiment en doe normaal.’
…..Stella knikte overtuigd terwijl ze de frietzak aanstak.
…..‘Ik nam de tomaat, verwijderde het kroontje, zette de kraan open. Het water gleed tussen de tomaat en mijn handen, en in die handeling integreerde ik, ik kan het niet anders noemen, liefde. Niet doelbewust, het kwam vanzelf. Ik stond er natuurlijk wel voor open.’ Ze lachte verlegen. ‘Uit het niets zwol een gevoel in me op en ontstond betrokkenheid ten opzichte van die tomaat.’ Ze zette zich terug neer in haar rieten cocon. ‘Ik vroeg me af of, en hoe, dat gevoel van liefde ontstaat uit die abstracte verzameling trillingen die er altijd is. En is het fout daar spontaan iets mee te doen, zoals vanochtend in mijn tweede experiment? Kijk, deze deeltjes rondom mij zijn voor jou, als een ruiker bied ik ze aan. Ze hebben zin in jouw deeltjes, zullen we? Met een tomaat, met de buurjongen. Ik denk dat het op alles past.’
…..Stella staarde haar verstrooid aan. ‘Wat zei je over je buurjongen?’
…..‘Gaat het?’ vroeg Karo.
…..‘Ja, ja, ga door.’
…..‘Ik dacht Stella wordt een spraakwaterval over die tomaat, of ze lacht me uit, maar je lijkt er niet om te geven.’
…..‘Toch wel, jouw verhaal is erg onderhoudend. De buurjongen?’ Ze glimlachte bemoedigend.
…..‘Wel, in mijn impulsiviteit had ik niet gerekend op de reactie van de ander. In het geval van de tomaat viel dat nog mee. Toen ik vanochtend vertrok naar mijn werk kwam ik in de lift de buurjongen tegen.’
…..‘Je hebt hem toch niet in je experiment betrokken?’
…..‘Hij keek me recht in de ogen.’
…..‘Arme kerel.’
…..‘Ter hoogte van de vijfde verdieping hield ik het niet meer uit. “Ik hou van je!” zei ik. Ik had nog vijf verdiepingen te gaan.’
…..‘En toen?’
…..‘Wat en toen? Het experiment was gedaan.’
…..‘Heeft hij niets gezegd of gedaan, nadat je hem je liefde had verklaard?’
…..‘Hij richtte zijn ogen omlaag en leek een etage per woord nodig te hebben om te begrijpen wat ik zei. Op het gelijkvloers kwam het uitroepteken aan, werden zijn ogen groter en kuste hij me op de mond.’
…..Stella lachte, de joint klemde losjes tussen haar lippen. Ook Karo begon nu luid te lachen. Ze gleed dieper in de stoel en begon steeds opnieuw. De golven waren niet te stoppen.
…..‘Toen we in de inkomhal stonden heb ik gezegd dat hij het verkeerd begreep.’
…..Stella proestte het opnieuw uit.
…..‘Vraagtekens rolden uit zijn ogen. Ik probeerde uit te leggen dat die “ik hou van jou” maar even duurde, dat het niet meer betekende dan wat er in een moment was geweest, en dat het bij verdieping twee had kunnen stoppen, of op het voetpad voor het gebouw. Hij was door ontsteltenis verdoofd. Toen ben ik doorgelopen.’
…..‘Is je hypothese bevestigd?’ vroeg Stella plagerig.
…..‘Je zal me wel naïef vinden. Misschien ben ik de enige die de dingen zo aanvoelt.’
…..‘Dat denk ik niet,’ zei Stella. ‘Je onderzoeksmethode is wel wat eigenzinnig.’
…..‘Ik zal een andere invalshoek moeten kiezen als ik een promiscue imago wil voorkomen. Hoewel, in de familie lijd ik er niet onder, integendeel, ze zitten erop te wachten. Wat animatie rond de tafel graag! Evert was er ook. Hij vroeg naar jou.’
…..‘Echt?’
…..‘Verrast?’
…..‘Ik was de indringer.’ Stella’s stem verraadde irritatie.
…..‘Hij had last van jaloezie.’
…..Stella liet rook in kringetjes ontsnappen.
…..‘Heb je al een elektricien gebeld?’ vroeg Karo.
…..Stella drukte de peuk uit, dacht na. ‘Het begon op een ochtend met het badkamerlicht. Ik verving alle lampen. Toen ging het snel. De volgende dag al in de supermarkt leek het of alle lichten het tegelijkertijd zouden gaan begeven. Ik wist dat er meer aan de hand was dan een panne of kapotte buis. Ik dacht dat ik een bril zou moeten dragen, maar de huisarts verwees me door naar de neuroloog.’
…..‘En wat heeft hij ontdekt? Dat je te slim bent?’
…..Stella stond op, liep naar de keuken en kwam terug met een map. Ze liet de bladzijden langs haar duim glijden. Het stuurde een zacht windje Karo’s richting uit. Opnieuw streek ze langs de pagina’s en alsof ze toen weer wist wat erin stond, sloeg ze de kaft dicht. Ze woog elk woord alsof het goud betrof. ‘Volgens de neuroloog is het normaal dat ik lichtflitsen zie. In mijn hoofd worden signalen verstoord.’
…..‘Hè?’
…..‘Er drukt iets tegen mijn hersenen.’
…..Karo ontwaakte uit een halfslaap. ‘Iets,’ zei ze bedachtzaam, ‘klinkt alsof het verholpen kan worden. Van iets naar niets.’
…..‘De neuroloog wil het niet wegnemen vanwege het risico.’
…..‘Welk risico?’
…..‘Het zijn twee ietsen.’
…..‘Tumor,’ prevelde Karo. Het woord viel als een baksteen tussen hen in._____

Inne Raeymaekers nam in 2015 deel aan de Editio Masterclass, lees hier meer over deze schrijver.

Kort verhaal: IJS

Podium / 10 februari 2016

Kort verhaal: Lettres de Léria

Podium / 18 maart 2016

Kort verhaal: Storm op de Zuiderzee

Podium / 12 mei 2016