Column: Aha-erlebnis
Demelza Janmaat (30) is PR- en communicatiefreelancer. Taalbeheersing is voor Demelza een vitaal aspect van een succesvol leven. In oktober begint Demelza met een Editio-cursus Fictie I. Op Editio publiceert ze vier blogs over haar vorderingen. Hieronder lees je deel I.
Hoi.
Ik ben.
Ik heet Demelza.
Ik vind schrijven heerlijk.
Denk ik.
Het voelt als een confessie om dit op te schrijven. En het te delen. Nu verwacht je waarschijnlijk een flashback naar mijn eerste dagboek waar ik mijn onbeantwoorde liefde dagelijks met veel verve noteerde. Niks is minder waar. Ik vond en vind mijn handschrift niet om aan te zien en dan is een dagboek behoorlijk confronterend. Verder kan ik heel goed praten en ben ik ongeduldig, dus prefereer ik het orale communicatiekanaal. Jakkes, dat is heel plastisch.
Praten doe ik nog steeds graag, maar inmiddels uit ik me ook door te schrijven. Het komt eigenlijk door mijn werk als PR- en communicatiemopje, waarin schrijven een heel wezenlijk onderdeel is van succes. Ik merkte dat een mail op manier X niet werd beantwoord, terwijl mail Y een enthousiaste respons bewerkstelligde. Mijn collega’s die een cc hadden ontvangen kopieerden schaamteloos mijn mails en behaalde hetzelfde resultaat en de volgende stap was de vraag of ik hun superbelangrijke mails wilde opstellen.
Simultaan aan deze aha-erlebnis ben ik veel aan de slag gegaan met de quarterlifecrisis. Een existentiële crisis met grote vraagstukken over identiteit aan het einde van je derde decennium. Het komt hoofdzakelijk voor bij ambitieuze kosmopolieten in de Eerste Wereld. Want, oh ja, ik ben dertig jaar, woon in Amsterdam en wil graag een groots en meeslepend leven. Zo.
Ik besloot wat verhalen uit te typen. Terug te lezen. Alles te wissen. Opnieuw te typen. Aan te passen. Toen heb ik het laten lezen aan twee vrienden. Zij waren verbaasd en verblijd.
Dat is natuurlijk allemaal leuk maar het is geen gedegen, dan wel gewogen kwaliteitsonderzoek. De lat moest hoger en dus liet ik het lezen aan een Hoge Pievin in de modevakliteratuur. Zij was gematigd enthousiast maar de optimist in mij laat dat ‘gematigd’ graag achterwege. Haar feedback: ‘opbouwende inleiding, je mist techniek, opbouwende afsluiting.’
Toen werd mij Marlies Bonnike in de schoot geworpen en nu begin ik aan een nieuw hoofdstuk (sodemieters wat leuk gevonden) waarin ik weergaloos zal leren schrijven. Met frisse tegenzin sluit ik mezelf de weekenden op om vanaf nu mijzelf meester in de geschreven tekst te maken.
Ik zal in oktober te beginnen aan fictie 1, wat wellicht zal voelen als stap 1 van het AA programma. Maar dan andersom. Het is in ieder geval iets dat me kriebels geeft. Spannende leuke kriebels en van die ‘ben ik wel goed genoeg?’ kriebels. Ik verwacht eelt op mijn vingers en verder niets. Niets verwachten heeft tot nu toe altijd gewerkt. Over eelt hebben we het een andere keer.