Interview: Linda Polman
Foto: Van Linda Polman
Linda Polman is onderzoeksjournalist, schrijver en columnist. Ze schreef boeken over de vredesmissies van de Verenigde Naties, ‘k Zag twee beren, en over de internationale humanitaire hulpindustrie, De crisiskaravaan. Allebei werden ze vaak vertaald. Linda geeft ook masterclasses in o.a. journalistieke vaardigheden in binnen- en buitenland. Bij Editio begeleidt ze de cursus Verhalende Journalistiek, hoog tijd voor een gesprek.
Dag Linda, waaraan schrijf je momenteel?
Ik onderzoek en schrijf nu een serie artikelen voor De Groene Amsterdammer over het Europese vluchtelingenbeleid. Dat klinkt misschien saai, maar hoe dieper ik graaf, in geschiedenis, toekomst, dwarsverbanden, context, oorzaken en gevolgen, hoe juicier het wordt.
Ik heb recent besloten dat alle research behalve in de artikelenserie, ook moet uitmonden in een boek. Het onderwerp past prachtig in mijn oeuvre, naast ‘k Zag twee beren en De crisiskaravaan.
Mijn laatste boek, Death Row Dollies, was ook internationaal, maar ging een heel andere richting op. Het gaat over Europese huisvrouwen die een liefdesrelatie beginnen met terdoodveroordeelden in Texas, USA. Ik noem ze mijn “trans-Atlantische dollies”. Ik heb heel veel plezier beleefd aan het beleven en opschrijven van hun verhalen.
Verder schrijf ik elke maand mijn columns in Wordt Vervolgd van Amnesty en in de Militaire Spectator. En ik redigeer boeken van collega’s, geef lezingen en ik geef les.
Hoe bepaal jij waar je een boek over gaat schrijven? Wanneer weet je: dit is een verhaal?
Het onderwerp moet me fascineren, omdat een boek me enkele jaren kost om te onderzoeken en te schrijven. Dat hou ik alleen vol als ik bezeten raak van het onderwerp. Ik kies altijd voor onderwerpen die internationaal interessant zijn, want na zoveel jaren reizen als ik op de meter heb staan, is alleen een Nederlandse invalshoek me niet groot genoeg.
Dat iets een verhaal is, weet ik als de haartjes op mijn onderarmen overeind gaan staan. En als anderen aan wie ik vertel waar ik mee bezig ben, er ook kippenvel van krijgen, en me beginnen te bestoken met vragen over hoe het verhaal verder gaat.
Bij de death row dollies wist ik dat het een verhaal was toen ik er zes op een rij zag liggen rondom het zwembadje van een goedkoop motel in Texas, ingesmeerd tegen de zon, plastic bekertjes witte slobberwijn in de hand, in bespreking over wat ze gingen aantrekken bij hun volgende bezoek aan hun hubbies in de dodencellen in de gevangenis een paar kilometer verderop.
Wat zijn in jouw optiek de voordelen van narratieve journalistiek?
Er bestaat geen duidelijke definitie van wat “narratieve journalistiek” is. Iedereen denkt er het zijne van. Ik weet dus niet of narratieve journalistiek voordelen heeft boven andere vormen van journalistiek. Ik weet wel dat “narratief” verhalend betekent en dat mensen dol zijn op verhalen, goed opgeschreven, met een kop en een kont, een lach en een traan, een of meerdere fraaie spanningsbogen, een adembenemende plot en een eind als een paukenslag.
Hoe ziet jouw schrijfdag eruit?
Ik rol vroeg mijn bed uit, soms om 6 uur, uiterlijk 7 uur, en neem onmiddellijk plaats achter de laptop, in mijn ochtendjas, met koffie. Vaak zit ik er om 3 uur ’s middags nog precies zo bij. Dan ga ik morrend douchen, want ik moet dan boodschappen doen terwijl ik liever had doorgeschreven.
Wat moet een goede non-fictieschrijver in huis hebben?
Heel veel liefde voor het verhaal waar hij of zij mee bezig is, want alleen als je jouw verhaal heel belangrijk vindt, ben je bereid en in staat om er veel tijd en geduld in te steken, om het te onderzoeken, op te schrijven, te redigeren, weer te redigeren, verder op te poetsen etc.
Behalve jijzelf, welke non-fictie schrijvers slaan de spijker op zijn kop?
Mijn held is Ryszard Kapuscinski. Ik bevond mij ooit met hem in één ruimte. Pas na drie glazen wijn durfde ik op hem af stappen om te stamelen dat ik fan was. Toen kneep hij me vaderlijk in mijn wang en liep door.
Wat hoop je de Editio-cursisten bij te brengen?
Ik wil ze leren hoe ze lezers kunnen betoveren met een boeiend, mooi verhaal. Hoe begin je, hoe ga je door, welke toon wil je treffen, welke keuzes kun je maken in je tekst, hoe schrijf je mooi en toch puntig, hoe weet je dat het af is. En ook kan ik ze laten delen in mijn ervaringen met uitgevers en redacties._____