Ex-winnaars van de Debutantenschrijfwedstrijd over hun schrijfproces
Foto: Britt van Cayseele krijgt de vakjuryprijs van de Debutantenschrijfwedstrijd uitgereikt door Auke Kok, door Jitske Nap
De ene schrijver is de andere niet. We kennen schrijvers die moeiteloos uren achter elkaar zinnen produceren. En schrijvers die heel kort, maar wel heel vaak schrijven. De een houdt van het werken op een laptop, de ander schrijft met pen en papier. Je hebt auteurs die hun werk uitvoerig bespreken met vrienden en familie; en je hebt auteurs die tijdelijk van de aardbodem verdwijnen. Wat bij de ene schrijver werkt, kan bij de ander voor problemen zorgen. En andersom.
Wij, bij Editio, vinden al deze verschillende schrijfprocessen ontzettend interessant. Je kunt immers altijd iets leren van een ander. In dat kader vroegen we voormalige winnaars van de Debutantenschrijfwedstrijd naar hun schrijfproces. Waar haalden deze winnaars hun inspiratie vandaan? En hoe verging het schrijven ze? Lees, en misschien kun jij de trucs uit dit artikel wel toepassen wanneer je zelf schrijft.
Inspiratie
Britt van Cayseele en Alec van der Horst lieten zich inspireren door hun directe omgeving. Er kwam iets op hun pad, daarna deed hun fantasie het werk. Britt: “Bij mij komt een verhaal meestal tot stand vanuit de vraag: “wat als?”. Ik keek twee jaar geleden rond op de site van Airbnb en ik zag dat een meisje van 22 jaar haar eigen kamer verhuurde. Ik vroeg me meteen af wat er zou gebeuren als ze de verkeerde mensen aantrok.” Die ‘wat-als’-aanpak leverde Britt vorig jaar de juryprijs van de Debutantenschrijfwedstrijd op.
Winnaar Alec van der Horst dankte zijn inspiratie aan een anekdote over de oude legende Luther: “die zag soms een duiveltje in zijn kamer zitten en dan gooide hij er met zijn schoen naar.” In Alec’s verhaal ‘IJs’ lezen we over een man die zijn vrouw in stukjes hakt en daarna constant een duiveltje in zijn buurt ziet. Het duiveltje bezorgde Alec de juryprijs in 2016.
Esther van der Krol wint de vakjuryprijs van de Debutantenschrijfwedstrijd 2017
Een plan maken
Het helpt om voor het schrijven na te denken over welke kant je op wilt gaan. Wanneer je het dan even niet meer weet, kun je terugvallen op dat oorspronkelijke idee. Esther van der Krol sleepte in 2017 een prijs in de wacht met de toneeltekst Vuile Was en Witte Lakens. Haar idee: “De ouders in mijn toneelstuk wilde ik liefdevol en tegelijkertijd nietsontziend maken. Ik wist dat ik deze personages iets ergs wilde laten doen.” Ook Alec van der Horst schreef met voorbedachte rade: “Ik wilde een verhaal schrijven zonder psychologie, zonder verklaring. Iemand doet iets verschrikkelijks en we weten niet waarom.”
Schrappen
Het is een bekend credo: schrijven is schrappen. Maar het doen is vaak lastig. Schrijfdrang en een overvloed aan inspiratie leiden al snel tot lange stukken tekst zonder spanningsboog. Dat is één van de redenen waarom het maximum woordaantal van de Debutantenschrijfwedstrijd 1500 is. “De grens van 1500 woorden dwong me keuzes te maken en mijn inspiratie te kanaliseren,” zegt Tamara Baars, winnares van de publieksprijs in 2017.
Alec van der Horst had ook baat bij de limiet: “Het verhaal IJs was al een paar jaar oud (en vaak herschreven), maar ik heb het voor de wedstrijd, vanwege het maximum aantal woorden, veel korter gemaakt en daardoor werd het beter, scherper.” Misschien heb jij, net als Alec, ook een verhaal liggen van flinke omvang. Keur het niet direct af. Na het nodige schrapwerk kan het zomaar een potentiële winnaar zijn.
Geef niet op
We sluiten af met een bemoedigend advies van Rutger Heringa: “Bijna iedere schrijver laat een spoor na van afgewezen manuscripten, geweigerde verhalen, verloren schrijfwedstrijden. Laat je niet ontmoedigen. Eens word je opgemerkt. En mocht je nooit erkenning vinden, dan heb je in ieder geval geschreven.”
Het inzenden van jouw verhaal voor de Debutantenschrijfwedstrijd kan tot 30 december 2018, 12.00 uur. Volg jij Alec, Tamara, Esther, Rutger en Britt op als winnaar? Op 6 april worden de winnaars van de vakjuryprijs en de publieksprijs bekend gemaakt door juryvoorzitter Thomas Verbogt.