Inzending schrijfopdracht vrijheid

 

Twee weken geleden plaatsten we een toepasselijke schrijfoefening binnen het thema vrijheid. Vrijheid kan voor iedereen een andere betekenis hebben, en voor de een vanzelfsprekender zijn dan voor de ander.

De opdracht was: schrijf twee scènes vanuit verschillende perspectieven. De ene vanuit het perspectief van een kind en de ander vanuit het oogpunt van iemand van 80. Hoe voelt vrijheid voor hen? Wat hebben ze meegemaakt? Zijn ze zich ervan bewust, of helemaal niet?

We kregen veel mooie inzendingen, waaronder deze van Willem Swart. Dank aan alle inzenders voor het meedoen!

Over vrijheid

Perspectief van 80-jarige

Haar adem is rustiger geworden door de medicijnen. Ze had zo graag thuis willen sterven, maar die wens heeft ze noodgedwongen losgelaten. Ze kijkt naar de gezichten om haar heen. Iedereen is er, haar zes kinderen en dertien kleinkinderen. Of nee, toch niet, de oudste heeft ze nog niet gezien. Die hoort er ook bij te zijn, anders kan ze niet sterven, want ze wil iedereen erbij hebben.

‘Komt Roy niet?’ vraagt ze aan haar oudste dochter.

‘Hij zei dat hij zou komen.’

Oma krijgt een verslagen blik in haar ogen.

‘Hij komt vast en zeker, moe.’ Ze gaat opzij om plaats te maken voor de verpleegkundige, die de taak heeft om de pijnmedicatie stap voor stap op te hogen en zo de benauwdheid te verzachten. Het zal niet lang meer duren tot bij oma de wakende staat voor eeuwig zal verdwijnen.

Oma voelt de wat stijve vingers van haar jongste kleinkind dat naast haar op het bed ligt, tastbaar dichtbij. De anderen worden wazig en raken steeds verder weg.

Dan gaat de deur van de kamer open en komt Roy eindelijk binnen. Hij voegt zich bij de rest van de familie rondom oma’s bed. Het is stil, je hoort alleen haar ademhaling en het duurt steeds langer voordat ze lucht inademt.

‘Nou oma,’ zegt Roy. Het lijken voor haar de verlossende woorden te zijn. Ze blaast haar laatste adem uit en het leven trekt uit haar weg. Ze is eindelijk vrij.

Perspectief van 8-jarige

Wanneer is het nu eindelijk eens afgelopen? denkt Sterre. Ik lig hier nu wel, maar eigenlijk wil ik hier helemaal niet zijn. Het is dat oma het zo graag wilde, maar als het niet hoefde was ik hier vertrokken. Ze zou eruit willen, maar dat doet ze niet, ze voelt geen ruimte, is gevangen.

De hele familie staat rond het bed waar zij naast oma op ligt. Alle ogen zijn in haar richting en dat voelt helemaal niet fijn. Wat zou ze graag willen opstaan om zich ergens te verstoppen, zodat niemand haar ziet. Ze doet dat niet. Zou het een schande zijn, zouden ze boos op haar worden en hoe zou oma reageren? Het voelt allemaal veel te eng, dus blijft ze liggen waar ze ligt, naast haar oma die gaat sterven.

Ze ziet de verpleegkundige binnenkomen, vriendelijk naar haar kijkend en iets in het infuus van oma doen. Een minuut later komt haar neef binnen en voegt zich in de kring om oma heen. Hij zegt:

‘Nou oma’ en dan voelt ze dat oma niet meer ademt. Het is helemaal stil geworden. Ze ziet familieleden elkaar kussend en omarmend en stilletjes verlaat ze nu het bed. Ze voelt een fijne kriebel in haar buik, alsof de lente is begonnen. Ze is vrij.