Je kunt een verhaal op duizend verschillende manieren beginnen. Als schrijver is het goed om je bewust te zijn van al die mogelijkheden, want alleen dan kun je goed kiezen welk begin het beste bij jouw verhaal past.

Een beetje experimenteren kan geen kwaad. Schrijf je openingsscène- of zin eens op verschillende manieren, en zie de verschillen.

Anja Sicking begint haar boek Ferrari’s in de Hemel met deze zinnen:

‘Het weer was even stralend blauw als in de brochure van het pretpark. Emile transpireerde licht, de wind streek langs zijn vochtige huid. Hij liep voorop en verwachtte dat het lastig zou zijn de kinderen langs de volgende attractie te loodsen. “Ferrari’s in de hemel” stond groots in de brochure aangekondigd. De minimale lengte was 1.40 meter, dat zouden Daphne en Ravi wel halen, maar Lizzy en haar vriendinnetje waren ongetwijfeld te klein.’

Herschrijf Anja’s opening op drie verschillende manieren.

1: Beeld je in dat jij zelf in deze scène zit als bijvoorbeeld Lizzy,  en kijk om je heen. Wat ziet Lizzy allemaal?

2: Zet de scene in de tegenwoordige tijd, maak de scene actief..

Succes!