Floor Deckx – Oprah is dun en dat voelt als verraad

In aanloop naar de prijsuitreiking van de Debutantenschrijfwedstrijd 2024 publiceren we de inzendingen van de shortlistkandidaten. Deze keer het nonfictieverhaal van Floor Deckx. 

Floor Deckx (1982) is freelance journalist en schrijver. Ze woont in Antwerpen en schrijft al ruim een decennium over popmuziek voor de krant De Standaard. Daarnaast schrijft ze persoonlijke essays.

Ze praat graag over:

de onderbelichte kunst van de essayistiek,

RuPaul’s Drag Race,

films van Woody Allen,

tapdansscènes in musicals die níét Singin’ in the Rain heten,

obscure Belpopsongs uit de jaren 1988 – 1998,

leven en werk van Céline Dion,

en de dharma talks van Tara Brach.

Ze leest, schrijft, tekent en maakt stiftgedichten. Die deelt ze op Instagram: @floordeckx.


 

Oprah is dun en dat voelt als verraad

‘Fien Germijns is vermagerd.’
‘Ik zag het ook. Het goede nieuws: Siska Schoeters niet.’ Smiley.
‘Ik vind het jammer. Nu hadden we eens een schermgezicht dat niet voldeed aan de slankheidsnorm, loopt ze verdorie over naar the other side!’
‘Gelukkig hebben we Jacotte Brokken nog.’ Smiley.

Mijn zus en ik zijn niet dik maar we zijn allebei vrouw, en daarom gaan we gebukt onder de immense druk om een dun lichaam te hebben. Al sinds we voor het eerst van onze moeder te horen kregen dat we ‘maar één koekje’ mochten nemen, ‘omdat je van koekjes dik wordt’. Bij mij is dat op mijn vijfde. Zes jaar later sta ik mijn buik in te trekken aan de barre in de balletles en vergelijk ik de ranke lichamen van de andere meisjes met mijn eigen lichaam. Is mijn buik platter of boller?

Sowieso boller.

Thuis vraag ik aan mijn moeder hoe ik mijn buik platter kan krijgen. Ze kijkt op van haar krant, denkt anderhalve seconde na en zegt: ‘Minder koekjes en wafels eten’. In haar blik lees ik zowel irritatie – ik had haar leesritueel verstoord met mijn vraag – als onverschilligheid – wat maakt die opgeschoten tiener zich nu druk om haar buik? Ze duikt opnieuw in haar krant, zich onbewust van het feit dat ze zojuist het eerste zaadje in mijn hoofd heeft geplant. Een zaadje dat niet veel later zal uitgroeien tot een boom van dieetgedachten.

Koekjes en wafels eten doe je maar beter niet.
Dik is fout, en dun is goed.

Ik ben elf jaar en de dogma’s van de dieetcultuur hebben zich al in een donker hoekje van mijn brein genesteld. Ik besef op dat moment nog niet dat ze daar nog héél lang zullen blijven.

***

De whatsappconversatie met mijn zus laat een wrange nasmaak na. Waarom voel ik me voor de
zoveelste keer verraden door een vrouw die vermagerd is? Waarom voelt het alsof Fien Germijns
‘mijn’ kamp verlaat? Waarom kan ik niet oprecht blij zijn voor haar? En hoezo is een dun lichaam
iets waarmee je blij hoort te zijn?

Natuurlijk is het dat, dummy! Dunheid is de sleutel tot succes. Dat weet toch iedere vrouw?!
(De dieetgedachtenboom in mijn hoofd is met de jaren behoorlijk groot geworden. Hij bleef maar groeien, jaar na jaar, decennium na decennium, en werd uiteindelijk zo groot dat er in mijn hoofd nog amper plaats was voor andere gedachten.)

***

Na Fien kwam Oprah.
Eind vorig jaar verscheen Oprah Winfrey op de rode loper in een nauw aansluitende paarse jurk.
Oprah is thin again!’, juichte het internet.
Neen, Oprah, dacht ik, niet wéér.

In 1988 sleepte ze op de Amerikaanse televisie een wagentje achter zich aan, dat volgeladen was met dertig kilogram dierlijk vet. Oprah was dertig kilogram vermagerd met een dieet van maaltijdshakes. ‘Vier maanden lang at ik geen kruimel vast voedsel’, verkondigde ze, trots poserend in haar strakke Calvin Klein-jeans. In de jaren daarna zag ik in de tabloids, en later op het internet, hoe Oprah bleef diëten. Afvallen en weer aankomen. Jojoën. Tot ze het dieet ontdekte dat voor haar ‘werkte’: Weight Watchers.

***

‘Wauw Floor, jij hebt echt een Britney-buik.’
‘Hoe bedoel je?’
‘Awel, met blokjes en al. Sixpack abs.’
*glundert* ‘Oh. Dank je.’

Ik ben zeventien en al enkele maanden ziek in mijn hoofd, al besef ik het op dat moment zelf niet. Wanneer mijn zus me complimenteert met mijn gespierde buik en ik mijn best doe om daar zo casual mogelijk op te reageren, weet ze niet dat ik mezelf al maandenlang uithonger. Dat ik maniakaal elke avond buikspieroefeningen doe, bovenop mijn zware ballettrainingen. Dat ik in mijn hoofd alleen maar bezig ben met calorieën tellen. Ik wil dolgraag een dun lichaam, zoals de ballerina’s naar wie ik opkijk. Darcey Bussell, Sylvie Guillem. Ik wil een sixpackbuik. Zoals Britney, en Gwen Stefani, en Mel C.

Er waren in die tijd nog geen fit girl-accounts op Instagram of what I eat in a day-video’s op YouTube. Maar dieettips waren voor de kwetsbare tiener die ik was, niet moeilijk te vinden.

Ik haalde ze uit de Flair en de Libelle.
Ik vond ze in calorieëenboekjes in de bibliotheek.
Ik kreeg ze van mijn balletvriendinnen.
Ik kreeg ze van mijn eeuwig diëtende tantes.
Zo gaat het met dieetcultuur. Die wordt doorgegeven van moeder op dochter, vriendin op vriendin, tante op nichtje, grootmoeder op kleindochter.
‘Je ziet er pafferig uit. Eet je niet te veel koeken?’

Koeken eten doe je maar beter niet.
Dunne mensen zijn betere mensen. Zelfs Oprah vindt dat.

Mijn tante ging naar de Weight Watchers en ik mocht haar boekje lenen. In mijn eetgestoorde hoofd werd het puntensysteem van Weight Watchers al snel een obsessie. Mijn doel was niet langer enkele kilo’s verliezen, mijn doel was zo veel mogelijk kilo’s verliezen, desnoods tot ik erbij neerviel.

***

Een eetstoornis ontstaat door een combinatie van factoren. Kort samengevat: genetics loads the gun, environment pulls the trigger. In mijn environment, de popcultuur van de jaren negentig, werd eetgestoord gedrag als normaal voorgesteld. In Amerikaanse high school movies waren cheerleaders altijd boulimisch. Op de catwalk was heroin chic de trend: modellen als Jodie Kidd en Kate Moss waren extreem dun en ze keken alsof ze het leven niet meer zagen zitten.

Toen ik Oprah aan de vooravond van haar zeventigste verjaardag zag pronken met haar slanke lichaam, triggerde dat mijn eetstoornis. Mijn psychische kwetsbaarheid. Die er vandaag, op mijn eenenveertigste, nog altijd is.

Een dun lichaam is iets om blij van te worden.

Nog élke keer moet ik zulke belemmerende gedachten actief herformuleren in mijn hoofd.
Nog élke keer moet ik voor mezelf herhalen dat ze niet waar zijn, de dogma’s van de dieetcultuur.

Dat. Is. Zó. Fokking. Vermoeiend.

Een vriendin vroeg me of ik de mogelijkheid had overwogen dat Fien Germijns, en Oprah Winfrey, en Rebel Wilson, en Adele, en alle andere vrouwen die ervoor kiezen om te vermageren, dat misschien voor zichzelf doen? Omdat ze zich beter voelen zonder de extra kilo’s. Fitter. Gezonder. ‘Maar’, voegde ze er meteen aan toe, ‘ik geef toe dat ik Fien in haar slanke lichaam mooier vind. Is dat fout?’

Goeie vraag.

Mijn kwetsbare kant, die gevoelig is voor alles wat naar slankheidsverering riekt, wilde meteen roepen: natuurlijk is dat fout! Maar mijn rationele kant zei: wacht nou even, voor je weer in zwart-witdenken vervalt. (Zwart-witdenken is een van de typische symptomen van een eetstoornis. Ik werk er al mijn hele volwassen leven aan om de grijstinten beter te zien.)

Ik dacht er lang over na. Moeten we het fout vinden dat we ‘slank’ gelijk stellen aan ‘mooi’? Wel, het is alleszins niet ónze fout dat we zo denken. Het is ons aangeleerd. Toen Bart De Wever enkele tientallen kilo’s vermagerde, vond de publieke opinie het jammer dat hij geen gezellige dikkerd meer was. Dat werd niet gezegd van Fien Germijns, noch van Oprah Winfrey. Niemand vreesde dat Fien in een dunner lichaam niet langer de gezellige, spontane Fien zou zijn die ze kenden van op televisie. Niemand vreesde dat een dunnere Oprah Winfrey plots een strenge, verzuurde talkshowpresentatrice zou worden. Vrouwen krijgen applaus wanneer ze dun zijn en afkeuring wanneer ze dik zijn. Dat is al decennialang zo, en de macht van het slankheidsideaal houdt ons nog steeds strak in het gareel – alle bodyneutrality-activisme ten spijt.

Vandaag lezen jonge vrouwen de Flair niet meer zoals ik op mijn zeventiende, maar ze volgen wel Tiktokaccounts vol eetgestoorde adviezen. Ik heb ze gezien in de psychiatrie, die kwetsbare jonge vrouwen. Ik heb hun radeloze ouders gezien. Ik heb mijn eigen radeloosheid gevoeld, toen ik op volwassen leeftijd besloot om eindelijk in therapie te gaan, en de reis naar de kern van mijn eetstoornis een ware helletocht bleek te zijn. Het vergde diepgaande therapeutische begeleiding en véél meer tijd en geduld dan ik dacht te hebben om mijn ontregelde brein, dat vierentwintig jaar lang gekoloniseerd was door een depressie en angsten die mijn eetstoornis voedden, te resetten.

Die helletocht naar de donkerste krochten van je eigen, zieke psyche wens ik niemand toe. Dat gevoel van verraden te zijn door vrouwen, bekend of onbekend, die ervoor kiezen om een slanker lichaam te hebben, om welke reden dan ook, wens ik niemand toe. Het is een gevoel waar ik me voor schaam, omdat het pijnlijk blootlegt dat mijn eetstoornis me haar kromme redeneringen over ‘goed’ en ‘fout’ eten nog steeds als onwrikbare waarheden probeert voor te houden, en ik er nog intrap ook, in die verzinsels, hoe hard ik het afgelopen jaar ook aan mijn herstel heb gewerkt.

Oprah mag zich vandaag dan wel excuseren voor haar jarenlange promotiecampagne voor de dieetcultuur, voor mij en de eetstoornis die mijn brein al op jonge leeftijd om zeep heeft geholpen zijn die excuses vijgen na Pasen.

Tweeënveertig calorieën per vijg.