Martine Bakker: ‘Soms denken mensen dat het minder eng voor mij is om een boek uit te brengen, omdat ik ervaring heb met stand-upcomedy.’

Ze schreef al voor CJP, De Speld, De Pin, is stand-upcomedian… en in januari 2022 komt haar debuut, Ik durf niets maar doe alles uit. Editio ging met Martine in gesprek om haar ontwikkeling als schrijver onder de loep te nemen, van (niet-)dagboekschrijver tot gepubliceerde auteur.

 

In 2019 nam je deel aan de door Editio georganiseerde Lage Landen Schrijfweek. Wat heeft die week voor je schrijverschap betekent?

Voor mij werkt het erg goed om af en toe opgesloten te zitten met gelijkgestemden. In het geval van de Lage Landen Schrijfweek was dat op een prachtige boerderij met allemaal ambitieuze aspirant-schrijvers. Wanneer je mensen ontmoet die hun leven ook (willen) inrichten rondom schrijven, besef je hoeveel kanten je met dit vak op kunt en wat je allemaal kunt doen om je vaardigheden te verbeteren. We kregen lees- en schrijftips waar ik veel aan heb gehad en doordat we iedere dag een andere workshop volgden, leerden we over allerlei verschillende vormen binnen het vak, zoals podcasts maken en erotische verhalen schrijven. Met sommige mede-Lage Landers heb ik nog steeds contact. Het is tof om elkaars ontwikkeling te volgen en verhalen te lezen.

Heb je ook andere schrijfcursussen gevolgd? 

Ik heb echt belachelijk veel cursussen gevolgd. Zo ben ik vaak te vinden bij CREA in Amsterdam (cultureel cursuscentrum, red.). Maar ik heb bijvoorbeeld ook aan de schrijversvakschool een cursus Roman schrijven gevolgd, en tijdens de lockdown vond ik het fijn om af en toe online een workshop te volgen. Ik geloof in workshops en cursussen, omdat je zonder gelijk een zoveel-jarige opleiding te volgen, inspiratie opdoet. Na een cursus of workshop kom ik altijd wel thuis met iets nieuws dat ik heb geschreven en heb ik altijd weer wat extra tools of wijsheden in m’n mentale gereedschapskist. Het enige is wel dat je op een gegeven moment moet weten wanneer je moet stoppen met ‘vluchten’ in cursussen en begrijpen dat je ook een keer echt aan het werk moet. Maar je voelt zelf wel aan wanneer dat punt komt. Ondertussen kan ik er nog steeds niet genoeg van krijgen en hou ik zelf zoveel veel van workshops dat ik er nu zelf eentje geef, namelijk Humoristisch schrijven.

Schreef je altijd al, en vanaf wanneer nam het schrijven voor jou echt vlucht?

Als kind probeerde ik een dagboek bij te houden. De nadruk lig hier op ‘probeerde’ want ik kreeg het nooit voor elkaar om meer dan één pagina vol te schrijven. Toch bleef ik dagboeken krijgen voor mijn verjaardag, dus in mijn ouderlijk huis ligt nog altijd een doos met vrijwel lege boekjes met vrolijke paarden op de voorkant. Wat me wél lukte als kind was tijdschriften maken. Die knipte en plakte ik in elkaar. Dat gaf me de inspiratie om op latere leeftijd naar de modeacademie te gaan. Tijdens mijn studie, waarbij me de kunst van storytelling en professioneel tijdschrift maken werd geleerd, merkte ik dat tekst me meer trok dan beeld, en tijdens mijn stage bij CosmoGIRL! schreef ik voor het eerst stukken die gepubliceerd werden. Na mijn studie verhuisde ik naar de Verenigde Staten om een paar maanden door te brengen als een soort mislukte boswachter. (Wil je daar meer over weten? Luister Martine’s Echt Gebeurd verhaal). Daar schreef ik blogs over waar ik veel positieve reacties op kreeg. Maar het schrijven nam voor mij pas echt een vlucht toen ik als cultuurredacteur voor CJP aan de slag ging en ik meerdere verhalen per week moest opleveren. Vanaf dat moment durfde ik in mijn vrije tijd ook meer te experimenteren met fictie, satire en theaterteksten.

En nu komt in januari 2022 je boek uit! Hoe kwam Ik durf niets maar doe alles tot stand?

Het boek gaat over het jaar dat ik begon als stand-upcomedian waardoor mijn leven compleet veranderde. Het was het jaar dat ik dertig werd. Ik voelde al jaren veel liefde voor de kunstvorm stand-upcomedy, maar durfde er niets mee te doen omdat optreden als comedian me het engste op aarde leek. Toen ik diverse comedians had geïnterviewd voor mijn werk als cultuurredacteur, besefte ik ineens dat zij ook gewoon op een dag zijn begonnen en nooit zijn gestopt. De meeste comedians vinden optreden vaak nog steeds eng, maar dat houdt ze niet tegen om hun droom na te jagen. Toen ben ik zelf comedy gaan doen en dat heeft me veel moois gebracht. Ook veel tranen trouwens, want ineens moest ik omgaan met podiumangst, ging ik regelmatig af voor een grote groep mensen en kreeg ik  een hoop (onbedoeld) seksisme naar mijn hoofd geslingerd. Het idee van mijn boek is dat als je het als lezer dichtslaat, je dan denkt: ‘Fuck it, ik ga ook gewoon doen wat ik het liefste wil, maar eigenlijk niet durf.’ Ik zie het boek als zelfhulp-achtig, lichtelijk literair en droogkomisch ineen.

Humor lijkt een grote rol te spelen in je leven; hoe hangt dat samen met je ontwikkeling als schrijver?

Humor is voor mij een van de belangrijkste en mooiste kunstvormen op aarde. Het is zo’n krachtig middel. Je kunt er boodschappen mee verstoppen in je verhaal en mensen erdoor op een andere manier laten kijken naar de wereld. Daarbij is het gevoel van lachen gewoon heerlijk: de ultieme ontspanning en stressverlager! Humor is de rode draad in al mijn werk. Zowel als schrijver, copywriter en op het podium. Voor mij horen humor en schrijven bij elkaar en ik wil grappige teksten overal terug laten komen. Of dat nou op een billboard langs de snelweg is of in een comedyserie op televisie. Soms denken mensen dat het minder eng voor mij is om een boek uit te brengen, omdat ik ervaring heb met stand-upcomedy. Het voordeel van een boek is dat je lang over je teksten kunt nadenken, dat er mensen van de uitgeverij zijn die helpen bij het opsporen van spelfouten en dat je niet hoeft te improviseren. Maar ik vind het net zo spannend om de teksten die ik in m’n eentje op papier heb gezet de wereld in te sturen, als vanaf een podium een groep vreemden aan het lachen te maken. Juist vanwege het feit dat zodra iets op papier staat, het niet meer veranderd kan worden.

Hoe ziet jouw schrijfproces eruit?

De hele dag door probeer ik in mijn telefoon ideetjes, zinnetjes en situaties op te slaan waar ik om moet lachen. Ook als ik daarvoor van mijn fiets moet stappen of wat mensen voor moet laten in de rij van de supermarkt. Het helpt me namelijk om altijd een ‘database’ te hebben met inspiratie. Als ik eenmaal echt aan de slag ga, werkt het voor mij het beste om het schrijfproces te zien als mijn werk. Wat in ieder geval niet helpt is wachten tot de inspiratie toeslaat. Schrijven voelt voor mij ook niet als een spirituele ervaring, maar als keihard buffelen. Ik ben dan ook het meest productief als ik als een kantoorwerknemer achter een bureau zit en alleen even pauze houd door mijn zelfgesmeerde boterhammen uit een trommeltje te eten. Sinds een paar jaar huur ik een bureau in een gedeelde studio met andere creatievelingen. Dat werkt heel goed voor mij, want als iedereen gefocust werkt aan zijn of haar kledingontwerp of illustratie, dan ga ik ook maar gewoon typen. Als ik in een goede periode zit, zorg ik dat ik er iedere dag op tijd ben en dan mag ik pas weg van mezelf als het tegen avondetenstijd is. Ik heb ook weleens een hutje in een bos gehuurd voor 10 dagen waar ik van mezelf een aantal hoofdstukken moest schrijven. Dat was gelijk wel weer heel hardcore. Natuurlijk zijn er ook genoeg weken dat het schrijven niet goed lukt of dat ik te druk ben met andere projecten. Soms ben ik afgeleid en ga ik met allemaal mensen koffiedrinken om ze dingen te vragen over hun werk of lees ik heel veel boeken waardoor ik zogenaamd geen tijd heb om te schrijven. Dat zie ik dan ook maar als onderdeel van het schrijfproces.

Heb je tips voor aspirant-schrijvers?

Laat je niet tegenhouden door belemmerende gedachten zoals: wie zit er nou op mijn stomme verhaal te wachten / anderen zijn vast beter / ik ben te oud om nu nog te beginnen. Het schrijfproces gaat gepaard met superveel onzekerheid, maar als je hard werkt en op de juiste momenten om hulp vraagt (al dan niet in de vorm van cursussen, schrijfweken, kopjes koffie met gelijkgestemden) of je verdiept in de kunstvorm door veel te lezen, kan ook jij het. En als je het gevoel hebt dat je een goed verhaal te pakken hebt, of een origineel idee, ga er dan voor. Laat je dan niet afleiden door te denken dat er vast nog betere ideeën bestaan of dat je ook andere plannen kunt uitvoeren. Soms moet je gewoon iets kiezen en dat zo goed mogelijk maken.

Martine Bakker schrijft voor De Speld en is hoofdredacteur van het satirische online magazine De Pin. In 2017 trad ze voor het eerst op als stand-upcomedian. Sindsdien speelde ze van Zwarte Cross tot Beatrix Theater tot jouw lokale kroeg. Martine stond in de finale van Comedy Talent Award 2017 en won zowel de publieks- als juryprijs van het Leeuwarder Cabaret Festival 2018. Haar boek Ik durf niets maar doe alles verschijnt op 18 januari 2022 bij uitgeverij A.W. Bruna.

 

Foto (c) Anne van Zantwijk