Chinatown
Eens in de vijf weken is het zo ver: ik moet naar de kapper. Al sinds ik mij kan herinneren heb ik daar een grondige hekel aan. Haren wassen en nagels knippen waren een van de aller ergste dingen die mijn ouders mij konden aan doen, ik krijste dan de hele flat bij elkaar. En mijn moeder maar roepen, dat het toch geen pijn deed…. Dat moet ook vast de rede zijn geweest dat ik als kind lang haar had. Een kapper zou ik met zijn eigen schaar te lijf zijn gegaan.
Toen ik 17 was ging alsnog mijn paardenstaart er af en moest ik dus af en toe naar de kapper. Ik knipte vaak zelf, maar minstens 1 keer per jaar moest ik er aan geloven. Kappers in die tijd waren strikt gescheiden in Dames en Heren. Ik moest dus naar een Dameskapper. Eerst werd ik gewassen en geknipt onder voortdurend gekwetter van de kapper. Behalve dat ik moest toestaan dat hij aan mijn hoofd zat te frutselen en friemelen, moest ik ook een conversatie gaande houden over BN’ers die ik niet kende of over TV programma’s die ik niet had gezien. Vervolgens ging ik met krulspelden onder een veel te hete en brommende droogkap, waarvan het enige voordeel was dat ik dan niet hoefde te praten. Na uren, als ik dacht dat iedereen me vergeten was, werd ik weer voor een spiegel geplaatst en werd mijn haar ‘in model’ gebracht en met heel veel haarlak gefixeerd. Het resultaat: een blote-billen-gezicht met een eikenhouten Beatrix-kapsel.
Ik liet mijn haar maar weer groeien.
Veel later heb ik het toch weer laten afknippen bij een kapster waar ik wel vertrouwen in had. Ze knipte snel, praatte niet te veel, ze was goedkoop en ze smeerde je geen ‘producten’ aan. Toch ben ik ook bij haar weg gegaan. Ze werkte namelijk niet op afspraak, waardoor het kon gebeuren dat je een hele zaterdag in de kapsalon op je beurt zat te wachten. Over mijn voorlaatste kapper kan ik kort zijn: Te veel giechelende, kwebbelende meisjes, die vooral in zichzelf en elkaar waren geïnteresseerd, ondanks afspraak toch lange wachttijden, te veel gefrutsel en ongevraagd advies over ‘producten’ die ik beslist (niet) nodig had.
Nu heb ik eindelijk mijn ideale kapper gevonden in Chinatown. Goed, snel, goedkoop, geen geklets aan je kop en geen bussen haarlak die op je leeggespoten worden. De kapperszaak wordt gedreven door een jong Chinees echtpaar met kind en (schoon)moeder. Ik hoop dat hun ‘salon’ nog lang stand houdt want de concurrentie in de buurt is groot. Naar de kapper gaan is voor mij nog steeds geen feest, maar om deze zaak in stand te houden zou ik het zelfs niet erg vinden om wat vaker te gaan.
Marja en Sietske via geestputtertje